G.J. Dukker
Dit hoekpand was oorspronkelijk op het Eerste Korenstraatje gericht. Het is tegen de eerste stadsmuur aangebouwd. In het cijnsboek van 1520 wordt Dik Cuyper aangeslagen voor een perceel van 18 voet (= 5,18 m). Dit is ruim 2 meter smaller dan het huidige huis. Dit verschil doet zich ook voor bij het hoekpand Visstraat 20 en is verklaarbaar door de aanwezigheid van de stadsmuur met een weergang op bogen. In het cijnsboek van 1573 wordt voor het perceel 'inden hoek vander straten' door 'de priesters | 421 |
van Den Bosch' betaald voor Dik Cuypers. Was Dik kuiper van beroep of behoorde hij tot de clerus van de stad? Onder het pand bevindt zich een drietal kelders achter elkaar. De linker zijmuur ervan bevat restanten van de stadsmuur. De kelder op de hoek heeft in de 17de eeuw nieuwe ribloze kruisgewelven gekregen. Deze kelderruimte is echter ouder, gezien de dwarsmuur die hem van de tweede kelder scheidt. De kleinere kelder, die een tongewelf uit de 17de eeuw bezit, is vanaf de straat toegankelijk. In dezelfde tijd is de achterste smalle kelder aangelegd. Hier bevindt zich een inwendige toegang, waarvan de ouderdom niet vaststaat. Aangezien het pand in de 19de eeuw sterk verbouwd is, weten we niets van de bovengrondse toestand van het huis in de 16de eeuw. | 422 |
In 1520 wordt Lambert Pholeps (Philips?) belast met een hertogcijns over 18½ voet (= 5,32 m). Dit is de breedte van het huidige pand zonder de beide zijmuren. Vergelijken we de voetenmaten van de drie aangrenzende percelen, dan mogen we stellen dat er aan de linkerzijde sprake is geweest van een osendrup en dat de rechter zijmuur tot het buurpand zal hebben behoord. Het voorste gedeelte van het huis is onderkelderd. Het tongewelf lijkt uit de 17de eeuw te stammen. De kelder is nu toegankelijk vanuit het linker buurpand. De oude kelderingang is niet meer te reconstrueren, aangezien het gewelf aan de straatzijde in de 20ste eeuw vernieuwd is en de kelder vroeger verder naar achter doorliep. Gezien de smalle straat aan de voorzijde ligt een kelderingang vanaf het achtererf meer voor de hand. Het pand bezat volgens tekeningen uit het bouwdossier vier balkvakken met moer- en kinderbinten en een kap met dekbalkjukken, die nog uit de Middeleeuwen of uit de 16de eeuw kunnen dateren. Balklagen en kap zijn nu niet meer aanwezig. | 422 |
De gevels zijn van eenvoudige, doch harmonische architectuur. Waardevolle raam- en deuromlijstingen, kroonlijst. |
Sprengers, (hoek)615. "Onder ons Lieffvrouwe" anno 1635. De afbeelding wordt nog door den eigenaar bewaard. Toen de familie Wertenbroek, begin 19e eeuw, hare zaken van dit huis naar het tegenoverliggende verplaatste, ging het publiek voort de zaak in het nieuwe huis het Liefvrouwke te noemen. Vergelijk perceel 601. | 46 |
Korte KorenstraatAchtergevel, behoorend bij het woonhuis Sprengers816. "De Mestwagen" anno 1655. | 52 |
1865 | J.C. Muller (offic. van gezondheid 2e klasse) |
1881 | C. van der Kun (in effecten en inklasseringen) |
1908 | A. Sprengers (handel in mineraalwateren) |
1910 | A. Sprengers (handel in mineraalwateren) |
1928 | F. van Berge |
1943 | F. van Berge (handel in suikerwerken) - J.H. van Berge (tijdelijk ambtenaar) - N.Th. Ruiter (financiering van automobielen) |
1991 | K.K. en Tam, T.L. Ma (restaurant Het Oosten) |
1943 | F. van Berge (grossier in suikerwerken) - H.J.H. Berge (onderwijzeres) |